Spring naar inhoud

6.4.3 Toelichting op de balans

6.4.3 ​Toelichting op de balans

Activa

1. Beleggingen voor risico pensioenfonds

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Vastgoed beleggingen   895.247   886.313
Aandelen   2.449.156   2.014.181
Vastrentende waarden   5.188.260   4.495.070
Derivaten   97.879   99.894
Overige beleggingen   1.011.969   1.453.196
Totaal   9.642.511   8.948.654
(bedragen x € 1.000)   Vastgoed beleggingen   Aandelen   Vastrentende waarden   Derivaten   Overige beleggingen   Totaal
Stand per 1 januari 2024   886.313   2.014.181   4.495.070   -382.079   1.453.196   8.466.681
Aankopen   26.277   904.624   1.861.027   137.280   3.114.710   6.043.918
Verkopen   -27.072   -916.438   -1.232.388   -90.357   -3.601.446   -5.867.701
Herwaardering   9.752   447.439   57.986   28.931   44.820   588.928
Overige mutaties   -23   -650   6.565   0   689   6.581
Stand per 31 december 2024   895.247   2.449.156   5.188.260   -306.225   1.011.969   9.238.407
Schuldpositie derivaten (credit)                       404.104
Totaal                       9.642.511

Onder de Overige mutaties worden de mutaties tussen 2024 en 2023 van beleggingsvorderingen en - schulden verantwoord. De aankopen onder 'Overige beleggingen' (3.114.710 duizend euro) betreft de ontvangen cash collateral die in MM funds zijn geïnvesteerd (534.830 duizend euro) en Money Market Funds (2.579.880 duizend euro). De verkopen onder 'Overige beleggingen' (3.601.446 duizend euro) betreft de collateral (526.130 duizend euro) en Money Market Funds (3.075.316 duizend euro). 

(bedragen x € 1.000)   Vastgoed beleggingen   Aandelen   Vastrentende waarden   Derivaten   Overige beleggingen   Totaal
Stand per 1 januari 2023   936.678   2.040.271   4.278.250   -606.454   1.032.920   7.681.665
Aankopen   99.778   955.934   2.947.824   229.665   3.927.228   8.160.429
Verkopen   -31.046   -1.273.153   -2.920.967   -120.320   -3.541.532   -7.887.018
Herwaardering   -119.026   291.527   177.419   115.026   35.349   500.295
Overige mutaties   -71   -398   12.544   4   -769   11.310
Reclassificatie beginbalans   0   0   0   0   0   0
Stand per 31 december 2023   886.313   2.014.181   4.495.070   -382.079   1.453.196   8.466.681
Schuldpositie derivaten (credit)                       481.973
Totaal                       8.948.654
Vastgoed beleggingen
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen, zijnde participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in vastgoed.   42.234   32.896
Niet-beursgenoteerde indirecte vastgoedbeleggingen, zijnde participaties in beleggingsinstellingen die beleggen in vastgoed.   853.068   853.449
Vorderingen   98   120
Schulden   -153   -152
Totaal   895.247   886.313

De vorderingen betreffen nog te ontvangen beleggingsuitkeringen (dividend en rente). De schulden betreffen beleggingscrediteuren (bijvoorbeeld nog te betalen kosten) en overlopende transacties.

Einde boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5,0 procent van de betreffende beleggingscategorie:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
AXA Core europe fund   44.484   5,0%   45.770   5,2%
Prologis targeted European fund   79.114   8,8%   78.622   8,9%
CBRE pan-European core fund   47.667   5,3%   48.518   5,5%
CBRE dutch residential fund IV   128.014   14,3%   122.616   13,8%
Prime property fund   57.704   6,4%   56.472   6,4%
Invesco real estate Asia fund   54.717   6,1%   53.682   6,1%
Bouwinvest dutch institutional   76.413   8,5%   70.714   8,0%
Clarion lion industrial trust   75.287   8,4%   73.969   8,3%
Metlife Core Property Fund GP   57.418   6,4%   57.480   6,5%
Prisa LP   56.908   6,4%   56.888   6,4%
Barings   80.397   9,0%   81.457   9,2%
Totaal   758.123   84,7%   746.188   84,3%
Aandelen
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Beusgenoteerde aandelen   1.959.530   1.565.737
Niet beursgenoteerde aandelen   0   5
Private equity   483.740   441.904
Vorderingen   6.235   7.415
Schulden   -349   -880
Totaal   2.449.156   2.014.181

De vorderingen betreffen nog te ontvangen dividend (888 duizend euro) en terug te vorderen dividendbelasting (5.347 duizend euro). De schulden betreffen nog af te wikkelen transacties. Het pensioenfonds doet niet aan securities lending en heeft dan ook geen aandelen uitgeleend.

Het pensioenfonds belegt niet in de sponsor. Private Equity beleggingen betreffen de beleggingen in Blue Triangles Private Markets Investments C.V. Deze portefeuille vertegenwoordigt 19,8 procent van de totale beleggingen in aandelen.

Einde boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5,0 procent van de betreffende beleggingscategorie:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Alphabet Inc.   137.576   5,6%   76.742   3,8%
Totaal   137.576   5,6%   76.742   3,8%
Vastrentende waarden
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Staatsobligaties   2.296.936   2.216.224
Hypothecaire leningen   1.224.662   742.488
Bedrijfsobligaties   1.434.166   1.313.870
Leningen (Syndicated Loans)   194.257   190.815
Vorderingen   84.158   52.320
Schulden   -45.919   -20.647
Totaal   5.188.260   4.495.070

De vorderingen betreffen nog te ontvangen rente (46.092 duizend euro) en overlopende transacties (38.066 duizend euro). De schulden bestaan uit overlopende transacties.

Einde boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5,0 procent van het totaal aan vastrentende waarden:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Staatsobligaties Republiek Frankrijk   456.874   8,8%   458.237   10,2%
Staatsobligaties Bondsrepubliek Duitsland   436.326   8,4%   444.778   9,9%
Staatsobligaties Koninkrijk der Nederlanden   440.363   8,5%   466.260   10,4%
AEAM Dutch Mortgage Fund   269.257   5,2%   253.659   5,6%
ASR Hypothekenfonds   520.937   10,0%   489.886   10,9%
DMFCO (Munt Hypotheken)   438.657   8,5%       0,0%
Totaal   2.562.414   49,4%   2.112.820   47,0%
Derivaten

De totale derivatenpositie (dus inclusief de onder passiva gepresenteerde negatieve posities) bedraagt:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Valutaderivaten   -15.225   16.301
Futures (aandelenderivaten)   -345   390
Rentederivaten   -290.655   -398.770
Totaal   -306.225   -382.079

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de derivatenpositie op 31 december 2024:

Type contract   Gemiddelde looptijd   Contract-
omvang
  Saldo
waarde
  Positieve waarde   Negatieve waarde
Valutaderivaten   1/25 - 04/25   1.090.506   -15.225   2.140   17.365
Futures (aandelenderivaten)   03/25   12.536   -345   11   356
Rentederivaten   12/28 - 12/74   3.052.439   -290.655   95.728   386.383
Totaal       4.155.481   -306.225   97.879   404.104

Met alle derivatentegenpartijen zijn ISDA/CSA-contracten afgesloten. Hierin zijn onder meer afspraken over de te ontvangen en te geven zekerheden vormgegeven voor derivaten die op bilaterale basis worden aangehouden. Het geven en vragen van zekerheden is een dagelijks terugkerend proces. Het pensioenfonds ontvangt doorgaans cash van tegenpartijen en het pensioenfonds stort zelf staatsobligaties van hoge kwaliteit (AAA/AA-rated, Duitsland, Nederland en Frankrijk). De ontvangen cash collateral wordt in money market funds (geldmarktfondsen) geïnvesteerd. Er vindt een dagelijkse automatische cash sweep plaats op het collateral account richting geldmarktfondsen.

Aan het einde van het boekjaar 2024 is er voor 293,7 miljoen euro aan onderpand gestort aan tegenpartijen bij een waarde van bilateraal afgesloten derivaten van 281,5 miljoen euro. Het verschil van 12,2 miljoen euro varieert van dag tot dag, maar wordt door beide partijen in de derivatentransacties zodanig gemanaged dat de wederzijdse dagelijkse blootstelling beperkt blijft.

Naast de bilateraal aangehouden derivaten worden ook derivaten op basis van centrale clearing aangehouden. De gegeven zekerheden aan de clearing member (als initial margin en variation margin) bedragen 9,7 miljoen euro bij een gesaldeerde waarde van deze derivaten in het nadeel van het pensioenfonds van 9,1 miljoen euro. Er is dus sprake van te veel gestort onderpand door het pensioenfonds ter waarde van meer dan 0,8 miljoen euro. Het saldo komt louter door de hoge initial margin, welke wordt opgevraagd door de CCP, de centrale tegenpartij. De initial margin is ter zekerheid van eventuele toekomstige verliezen. De variation margin betreft opgevraagde zekerheid ter dekking van dagelijkse schommelingen in de waarde. 

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de derivatenpositie op 31 december 2024:

Type contract   Gemiddelde looptijd   Contract-
omvang
  Saldo
waarde
  Positieve waarde   Negatieve waarde
Valutaderivaten   1/24 - 04/24   844.513   16.300   16.480   180
Futures (aandelenderivaten)   03/24   14.146   391   396   5
Rentederivaten   12/24 - 12/73   2.882.555   -398.770   83.018   481.788
Totaal per 31 december       3.741.214   -382.079   99.894   481.973
Overige beleggingen
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Money Market instruments   1.013.094   1.455.010
Overige schulden   -1.125   -1.814
Totaal   1.011.969   1.453.196

De categorie Money Market instruments betreft investeringen in geldmarktfondsen. De overige schulden betreffen nog af te wikkelen transacties. 

Eindeboekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5,0 procent van de beleggingscategorie ‘Overige beleggingen’:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
BlackRock Institutional Euro Liquidity fund   197.262   19,5%   229.487   15,8%
JPM EU Liquid LVNAV-IN   169.064   16,7%   175.126   12,1%
BlackRock ICS eur Class G dis   532.445   52,6%   944.774   65,0%
Totaal   898.771   88,8%   1.349.387   92,9%

Categorisering beleggingen naar waarderingsmethoden
Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van het pensioenfonds gewaardeerd tegen actuele waarde op balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde financiële instrumenten, zoals bijvoorbeeld vastgoed, hypothekenportefeuilles en beleggingen in fondsen zonder onderliggende beursnotering, zijn gewaardeerd met gebruikmaking van andere methoden (Net Asset Value-waardering). Dit betreft onder andere private equity, hypotheekfondsen en niet-beursgenoteerde geldmarktfondsen.

In de kolom 'netto contante waarde berekening' zijn de beleggingen verantwoord die als gevolg van netto contante waarde berekeningen of een andere geschikte methode zijn gewaardeerd.

Schattingen van de actuele waarde zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit en schatting van kasstromen). En kunnen derhalve niet met precisie worden vastgesteld. In het algemeen geldt dat het pensioenfonds de opgave van de beleggingsadministrateur volgt. Hier is in 2024 niet van afgeweken.

Op basis van de boekwaarde, inclusief creditstanden van de derivaten, kan het volgende onderscheid worden gemaakt:

(bedragen x € 1.000)   Genoteerde marktprijzen   Onafhankelijke taxaties   NCW berekeningen   Andere methode(n)   Totaal
Vastgoed beleggingen   42.234   0   0   853.013   895.247
Aandelen   1.959.530   0   0   489.626   2.449.156
Vastrentende waarden   3.501.582   0   0   1.686.678   5.188.260
Derivaten   -15.570   0   -290.655   0   -306.225
Overige beleggingen   898.771   0   0   113.198   1.011.969
Stand per 31 december 2024   6.386.547   0   -290.655   3.142.515   9.238.407
(bedragen x € 1.000)   Genoteerde marktprijzen   Onafhankelijke taxaties   NCW berekeningen   Andere methode(n)   Totaal
Vastgoed beleggingen   32.896   0   0   853.417   886.313
Aandelen   1.565.742   0   0   448.439   2.014.181
Vastrentende waarden   3.362.719   0   0   1.132.351   4.495.070
Derivaten   16.691   0   -398.770   0   -382.079
Overige beleggingen   1.349.387   0   0   103.809   1.453.196
Stand per 31 december 2023   6.327.435   0   -398.770   2.538.016   8.466.681

2. Beleggingen voor risico deelnemers

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Aandelen   1.247   1.471
Vastrentende waarden   3.004   3.695
Overige beleggingen   1   0
Totaal   4.252   5.166

3. Herverzekeringsdeel technische voorziening

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Herverzekeringsdeel technische voorziening   8.584   10.371
Totaal   8.584   10.371

4. Vorderingen en overlopende activa

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Vorderingen werkgevers   163   188
Overige vorderingen en overlopende activa   3.485   1.613
Totaal   3.648   1.801

De vorderingen op de werkgever hebben betrekking op de premie-afrekening over 2024. De overige vorderingen bestaan uit vooruitbetaalde bedragen, openstaande debiteurenposities en nog te ontvangen interest over de banksaldi van het laatste kwartaal. Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.

5. Overige activa

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Banken, rekening-courant   16.638   5.720
Liquiditeiten vermogensbeheer   -10.256   37.934
Totaal   6.382   43.654

De tegoeden bij banken staan ter vrije beschikking van het pensioenfonds.

Passiva

6. Stichtingskapitaal en reserves

(bedragen x € 1.000)   Algemene reserve
Stand per 1 januari 2023   1.197.423
Uit bestemmingssaldo van baten en lasten   16.582
Stand per 31 december 2023   1.214.005
Uit bestemmingssaldo van baten en lasten   151.230
Stand per 31 december 2024   1.365.235
Dekkingsgraad, vermogenspositie en herstelplan   31-12-2024   31-12-2023
Feitelijke dekkingsgraad   117,3%   116,6%
Beleidsdekkingsgraad   119,5%   121,2%
Reële dekkingsgraad

Bij het bepalen van de reële dekkingsgraad van het pensioenfonds wordt de voorziening voor pensioenverplichtingen herrekend waarbij rekening wordt gehouden met toekomstbestendige indexatie. De reële dekkingsgraad eind 2024 bedraagt 90,3 procent (2023: 90,7 procent).

Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt het pensioenfonds gebruik van het standaard model. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico's van het pensioenfonds. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen in de risicoparagraaf.

Op basis hiervan bedraagt het (minimaal) vereist vermogen op 31 december:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Stichtingskapitaal en reserves   1.365.235   117,3%   1.214.005   116,6%
Minimaal vereist eigen vermogen   335.681   104,3%   309.530   104,2%
Vereist eigen vermogen   1.226.530   115,5%   1.242.277   117,0%

De vermogenspositie van het pensioenfonds kan als gevolg hiervan worden gekarakteriseerd als voldoende. Het pensioenfonds heeft eind 2024 geen dekkings-of reservetekort, omdat de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de vereiste dekkingsgraad.

Herstelplan
Indien de beleidsdekkingsgraad van een pensioenfonds einde boekjaar lager is dan de vereiste dekkingsgraad dient een pensioenfonds een herstelplan in te dienen bij DNB. In het herstelplan maakt een pensioenfonds duidelijk hoe de beleidsdekkingsgraad de vereiste dekkingsgraad binnen tien jaar bereikt. Indien alle beleidsmiddelen ingezet zijn en het pensioenfonds desondanks naar verwachting niet binnen de gekozen herstelperiode aan de vereiste dekkingsgraad voldoet, moet als laatste sturingsmiddel het verlagen van pensioenaanspraken en -rechten worden ingezet.

Op basis van de financiële positie per 31 december 2024 hoeft er in 2025 geen geactualiseerd herstelplan te worden ingediend. 

Statutaire regeling voor de bestemming van het saldo van baten en lasten

Er zijn geen statutaire bepalingen betreffende de bestemming van het resultaat. Het saldo van de staat van baten en lasten over 2024 is toegevoegd aan de algemene reserve.

7. Technische voorzieningen

Technische voorzieningen
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds   7.853.491   7.277.259
Totaal   7.853.491   7.277.259
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Stand per 1 januari   7.277.259   6.601.229
Pensioenopbouw   224.219   197.561
Toeslagverlening   152.960   199.254
Rentetoevoeging   251.407   216.937
Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringkosten   -261.801   -250.318
Wijziging marktrente   123.574   265.452
Wijziging actuariele grondslagen   39.038   11.255
Wijziging uit hoofde overdracht van rechten   19.834   8.276
Overige mutaties   27.001   27.613
Stand per 31 december   7.853.491   7.277.259

Einde boekjaar bedraagt de gemiddelde discontovoet 2,17 procent (2023: 2,35 procent).

Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen.

Toeslagverlening
In 2024 is besloten om per 1 januari 2025 een toeslag te verlenen van 3,26 procent over de opgebouwde  pensioenaanspraken van actieve deelnemers en 1,00 procent over de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten van premievrije en pensioengerechtigde deelnemers.

Rentetoevoeging
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 3,439 procent (2023: 3,264 procent) op basis van de éénjaarsrente van de DNB-curve aan het begin van het verslagjaar.

Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt voor de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode.

Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt voor de financiering van de verwachte uitvoeringskosten in de verslagperiode.

Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt als 'wijziging marktrente' verantwoord.

Wijziging actuariële uitgangspunten
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien voor de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien van sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen, zowel voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds.

De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.

De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.

Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

In 2024 heeft het fonds de volgende grondslagen aangepast:

  • De technische voorzieningen voor risico fonds zijn bepaald met overlevingskansen op basis van de Prognosetafel AG2024. Deze tafels zijn toegepast met de fondsspecifieke ervaringssterfte gebaseerd op het WTW ervaringssterftemodel 2024. Door het toepassen van de Prognosetafel AG2024 hanteert het pensioenfonds de meest recente inzichten over de Nederlandse bevolkingssterfte en houdt zij rekening met de voorzienbare trend in de overlevingskansen. Uit onderzoek blijkt dat sterfte onder een populatie van pensioenfondsen in het algemeen lager ligt dan de sterfte van de gehele bevolking. De levensverwachting is dus hoger. In verband hiermee past het pensioenfonds een correctie toe op de prognosetafel. Deze fondsspecifieke correctie  is gebaseerd op het WTW ervaringssterftemodel 2024. Als gevolg van de bovenstaande wijziging zijn de technische voorzieningen met 31,5 miljoen toegenomen. Het effect op de dekkingsgraad is -0,47 procentpunt.
  • Het pensioenfonds heeft de opslag voor toekomstige uitvoeringskosten in 2024 conform beleid getoetst en op basis daarvan besloten de opslag te verhogen van 2,6 procent naar 2,7 procent. Als gevolg van de verhoging van de opslag voor toekomstige uitvoeringskosten van 2,6 procent naar 2,7 procent zijn de technische voorzieningen per einde 2024 met 7,5 miljoen euro toegenomen. Het effect op de dekkingsgraad is -0,11 procentpunt.

Bovenstaande aanpassingen worden in de jaarrekening als schattingswijzigingen aangemerkt. Het totale effect op de technische voorzieningen is 44,4 miljoen euro. Het totale effect op de dekkingsgraad ultimo jaar is -0,7 procentpunt. (Inclusief effect op de overige technische voorzieningen)

Voor een toelichting op de grondslagen voor de waardering van de mutaties voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds wordt verwezen naar paragraaf 9.4.2.

Wijziging uit hoofde overdracht van rechten
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Toevoeging aan de technische voorziening   29.412   30.211
Onttrekking aan de technische voorziening   -9.578   -21.935
Totaal   19.834   8.276

De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën als volgt samengesteld:

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
    Voorziening   Aantallen   Voorziening   Aantallen
Actieve deelnemers   3.713.278   23.295   3.404.165   22.950
Gewezen deelnemers   819.016   18.982   762.729   18.583
Pensioengerechtigden   3.351.675   18.050   3.132.252   17.298
Totaal   7.883.969   60.327   7.299.146   58.831
Korte beschrijving pensioenregeling

De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling zijn:

  • De regeling is een regeling op basis van voorwaardelijk geïndexeerd middelloon.
  • Het opbouwpercentage voor ouderdomspensioen bedraagt 1,738 procent per jaar van de pensioengrondslag.
  • Het maximum pensioengevend jaarloon bedraagt 137.800 euro (2023: 128.810 euro).
  • De franchise 2024 bedraagt 17.545 euro.
  • De pensioenrichtleeftijd is 67 jaar.
  • De pensioenopbouw eindigt op de leeftijd van 67 jaar.
  • Het partnerpensioen is verzekerd op risicobasis voor overlijden tijdens de deelneming en op kapitaalbasis vindt opbouw van een partnerpensioen plaats (35 procent van het ouderdomspensioen) voor overlijden na pensionering. Bij pensionering kan een deel van de opgebouwde ouderdomspensioenaanspraken worden omgezet in levenslang partnerpensioen en omgekeerd. Bij uitdiensttreding kan een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen samen met het uitgestelde partnerpensioen worden omgezet naar een direct ingaand partnerpensioen. Het uitgestelde partnerpensioen werd in de basisregeling opgebouwd tot 1 januari 2019. Het aanvullend partnerpensioen is ook een uitgesteld partnerpensioen.
  • Voorwaardelijke toeslagverlening voor zowel actieve deelnemers (op basis van de loonontwikkeling bij UWV) als slapers en pensioengerechtigden (op basis van de consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid). De toeslag is gemaximeerd op 7,5%.
  • Een collectieve excedent arbeidsongeschiktheidsverzekering voor inkomens boven het maximum dagloon.
  • Op vrijwillige basis kan worden deelgenomen aan een verzekering voor een tijdelijk partnerpensioenverzekering (voorheen Anw-hiaat), een individuele arbeidsongeschiktheidsverzekering en/of een aanvullende partnerpensioenopbouw. Voor deze verzekeringen is de deelnemer premie verschuldigd.
Toeslagverlening

De toeslagen op pensioenrechten en pensioenaanspraken worden jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het pensioenfonds. De daadwerkelijke toeslag in een jaar is voorwaardelijk en is afhankelijk van de hoogte van de beschikbare middelen. Een uitzondering hierop is de onvoorwaardelijke toezegging aan de ex-Cadans-deelnemers (deelnemers met een ingegaan pensioen of premievrij recht van vóór 1996).

Er is geen recht op toekomstige toeslagen. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst wordt geïndexeerd. Het pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagen. Toeslagen zijn afhankelijk van de middelen van het pensioenfonds.

Inhaaltoeslagen

Bij toekenning van inhaaltoeslagen wordt als begindatum voor de bepaling van een eventuele inhaaltoeslag 1 januari 2004 gehanteerd (eerste toeslag na 'fusie' van het pensioenfonds). Voor de bepaling van een eventuele inhaaltoeslag wordt een evenredige methode gehanteerd waarbij een percentage wordt toegekend over het totaal bedrag van gemiste toeslagen.

Om inhaaltoeslagen te kunnen toekennen is een dekkingsgraad vereist hoger dan de ondergrens voor toekomstbestendige toeslagverlening. Inhaaltoeslagen zijn daarom op korte termijn niet te verwachten. In onderstaande tabel staat een overzicht met (toegekende) toeslagen over de afgelopen jaren. Voor ex-Cadans-deelnemers is de indexatie onvoorwaardelijk en gebaseerd op het CPI-afgeleid, met een maximum van 7,5 procent.

Het totaal van de ‘gemiste’ toeslagen is per 1 januari 2025 voor actieven 25,06 procent en voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden 18,55 procent.

Deelnemersgroep en toeslagverlening   2025 2024 2023 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015
Consumenten-prijsindex* CPI-afgeleid 2,54 -1,40 17,16 2,57 0,99 1,64 1,47 1,47 -0,01 0,39 0,57
Cao-loonontwikkeling** Volgens reglement 8,24 6,50 2,70 1,70 3,00 3,00 1,50 1,00 1,00 2,52 0,60
Actieve deelnemers*** Toegekend 3,26 6,50 2,70 1,70 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Slapers en pensioengerechtigden*** Toegekend 1,00 0,00 7,50 2,57 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Ex-Cadans-deelnemers Toegekend 2,54 0,00 7,50 2,57 0,99 1,64 1,47 1,47 0,00 0,39 0,57

* De percentages hebben betrekking op de periode die de hoogte van de toeslagverlening voor de niet-actieven bepaalt. Voor de toeslag per 1 januari 2025 is dit de prijsstijging van september 2024 ten opzichte van september 2023.  Voor de toeslag per 1 januari 2024 is dit de prijsstijging van september 2023 ten opzichte van september 2022.

** De percentages hebben betrekking op de periode die de hoogte van de toeslagverlening voor de actieven bepaalt. Voor de toeslag per 1 januari 2025 is dit de cao-loonontwikkeling in de periode van 1 oktober 2023 tot 1 oktober 2024. Voor de toeslag per 1 januari 2024 is dit de cao-loonontwikkeling in de periode van 1 oktober 2022 tot 1 oktober 2023.

***De toeslagen worden, conform het vastgestelde beleid van het pensioenfonds, toegekend tot een maximum van 7,5 procent. Bij een negatieve prijsindex is de toekenning voor de slapers en pensioengerechtigden 0 procent.

Deelnemersgroep en toeslagverlening   2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004
Consumenten-prijsindex CPI-afgeleid 1,08 2,13 2,47 1,35 0,07 2,82 1,19 1,43 1,50 0,55 1,86
Cao-loonontwikkeling Volgens reglement 1,00 1,00 0,00 1,20 2,60 2,60 3,22 1,50 0,00 n.v.t. n.v.t.
Actieve deelnemers Toegekend 0,00 0,00 0,00 0,00 0,20 0,00 3,22 1,50 0,00 **** ****
Slapers en pensioengerechtigden Toegekend 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 1,19 1,43 1,50 0,55 1,30
Ex-Cadans-deelnemers Toegekend 1,08 2,13 2,47 1,35 0,07 2,82 1,19 1,43 1,50 0,55 1,86

**** Voor de actieven gold tot 1 januari 2005 een eindloonsystematiek, waardoor de eerste toe te kennen loonindex op 1 januari 2004 en 2005 niet van toepassing was. 

8. Overige technische voorzieningen

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Stand per begin boekjaar   21.887   29.054
Invalideren/revalideren   3.251   -7.197
Wijziging grondslagen   5.340   30
Totaal   30.478   21.887

Deelnemers worden bij arbeidsongeschiktheid vrijgesteld van het betalen van pensioenpremie terwijl de opbouw wordt voortgezet. Bij het bepalen van de hoogte van de voorziening is rekening gehouden met reeds arbeidsongeschikte deelnemers en met werknemers die zich ziek hebben gemeld en waarvan, op basis van ervaringscijfers, een deel in de toekomst arbeidsongeschikt zal worden.

In 2024 heeft het fonds de volgende grondslagen aangepast:

  • Bij het jaarwerk 2023 is vastgesteld dat het salaris voor arbeidsongeschikte deelnemers jaarlijks onvoorwaardelijk wordt verhoogd. Het pensioenfonds heeft in dat kader in 2024 besloten de opslag voor premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid (PVI-opslag) in de kostendekkende premie te verhogen van 3,85% naar 5,0%, zodat in de PVI-opslag ook rekening wordt gehouden met deze onvoorwaardelijke verhoging voor de toekomstige arbeidsongeschikte deelnemers. Hierdoor is de benodigde PVI-opslag hoger geworden. Dit komt voor het eerst tot uitdrukking in de premie van 2025. De overige technische voorzieningen per eind 2024 worden gebaseerd op onderdelen uit de kostendekkende premie 2024. Aangezien deze voorziening is bedoeld voor deelnemers die korter dan 24 maanden ziek zijn en per einde 2024 dus nog niet arbeidsongeschikt zijn, maar dit in de toekomst mogelijk wel worden, is in de overige technische voorzieningen per einde 2024 reeds uitgegaan van deze verhoging van de PVI-opslag. Het effect op de dekkingsgraad is -0,08 procentpunt.

9. Voorziening pensioenverplichtingen risico deelnemers

De voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemers is gelijkgesteld aan het belegd vermogen voor risico deelnemers.

De pensioenregeling voor risico van de deelnemers is een vrijwillige regeling die deelnemers de mogelijkheid biedt om te beleggen voor aanvullend pensioen. Deze regeling (IPB-regeling) bestaat uit twee gesloten regelingen, waarbij geen sprake is van nieuwe premie-inleg. Het betreft een individuele bijspaarregeling en de VPL-regeling. Vanaf 1 januari 2015 legt de deelnemer geen vrijwillige premie meer in. De werkgever legt sinds februari 2018 geen premie meer in de VPL-regeling in.

De hoogte van de beleggingsrendementen (en daarmee het te bereiken eindkapitaal) is afhankelijk van het door de deelnemer geselecteerde beleggingsprofiel en de binnen dit profiel aangekochte beleggingen. Het uiteindelijk te bereiken kapitaal is hiermee onzeker en volledig voor risico van de deelnemer.

Op 67-jarige leeftijd of bij eerdere beëindiging van de deelname, koopt de deelnemer op basis van het tot dan toe opgebouwde kapitaal (aanvullend) pensioen in bij het pensioenfonds of een variabel pensioen bij een verzekeraar. Andere momenten waarop het kapitaal kan worden aangewend zijn er niet.

Voorziening pensioenverplichtingen voor risico deelnemer
(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Stand per begin boekjaar   5.166   5.575
Uitkeringen en onttrekkingen   -1.078   -912
Beleggingsresultaat voor risico deelnemer   163   503
Totaal   4.252   5.166

10. Derivaten

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Derivaten   404.104   481.973
Totaal   404.104   481.973

De derivaten bestaan uit renteswaps (386,4 miljoen euro), valutatermijncontracten (17,4 miljoen euro) en overige derivaten (357 duizend euro) die conform de eisen van RJ610 onder de passiva worden verantwoord, omdat de producten een negatieve marktwaarde kennen.

De waarderingsmethodiek en de hoogte van het gestelde collateral van bovenstaande derivaten is uiteengezet bij de toelichting op de beleggingen. Voor de bepaling van de waardering van de renteswaps wordt gebruik gemaakt van de EONIA rentecurve.

11. Overige schulden en overlopende passiva

(bedragen x € 1.000)   31-12-2024   31-12-2023
Belastingen en premie sociale verzekeringen   5.028   4.908
Overige schulden en overlopende passiva   2.789   4.448
Totaal   7.817   9.356

De belastingen en premies sociale verzekeringen en overige schulden en overlopende passiva hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. De overige schulden en overlopende passiva hebben voornamelijk te maken met nog te betalen kosten.

Versie: v8.2.38

Software voor digital-first corporate reporting

Creëer op efficiënte wijze publicaties die impact maken

Met iwink.report maak je publicaties op een eenvoudige en efficiënte manier. Je bespaart tijd, fouten en stress. Vanuit één plek publiceer je naar een volwaardige webversie, PDF en iXBRL-bestand. Zo geef je lezers de best mogelijke ervaring.

Meer over iwink.report