4. Verslag raad van toezicht
Verslag raad van toezicht
Met genoegen biedt de raad van toezicht haar verslag over 2024 aan. Gedurende het jaar monitorden we de besluitvorming door het bestuur en de stand van zaken binnen het fonds, mede aan de hand van de Code Pensioenen en in het bijzonder gericht op vooraf benoemde specifieke thema’s voor 2024.
Algemeen
Het afgelopen jaar was opnieuw turbulent op het gebied van geopolitiek en het WTP-programma heeft veel gevraagd van het bestuur. Desondanks heeft het fonds op gebied van beleggingen en operationeel een positief jaar achter de rug. De dekkingsgraad is stabiel ten opzichte van een jaar geleden en het fonds is in staat om de pensioenafspraken te verhogen met 3,26% voor actieve deelnemers en met 1,00% voor gewezen - en gepensioneerde deelnemers.
Het bestuur heeft op adequate wijze het beleid geformuleerd en uitgevoerd en de fondsorganen adequaat op de hoogte gehouden van het WTP-programma. Wel hebben de sociale partners besloten af te wijken van consistent beleid rondom de premie, door deze te verlagen naar 18,3%. Ook is de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel uitgesteld met een jaar. We geven verderop in dit rapport de reflectie op het doorlopen proces en de aanbevelingen.
Medio 2024 heeft Bart Oldenkamp zijn positie als lid van de raad moeten opzeggen. We zijn hem veel dank verschuldigd voor zijn betrokkenheid, kennis en de prettige samenwerking in de afgelopen jaren. Kim Haasbroek heeft hem opgevolgd in augustus 2024.
Werkwijze
Onze taak is om het bestuur bij te staan met raad en goedkeuring te verlenen inzake:
- het bestuursverslag en de jaarrekening;
- de profielschets voor bestuurders;
- het beleid inzake beloningen, met uitzondering van de beloning van de raad van toezicht;
- gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het pensioenfonds of de overname van verplichtingen door het pensioenfonds;
- liquidatie, fusie of splitsing van het pensioenfonds en het omzetten van het pensioenfonds in een andere rechtsvorm.
De raad heeft op verzoek toegang tot alle documenten van het fonds om zijn werk goed uit te voeren.
In 2024 heeft de raad goedkeuring verleend aan het jaarverslag en de jaarrekening. Verder heeft de raad de profielschets van het bestuur opnieuw beoordeeld en geen belet gezien voor de benoemingen van één (plaatsvervangend) bestuurder en twee leden van het verantwoordingsorgaan (hierna ook: VO).
In 2024 heeft de raad drie keer zelfstandig vergaderd en is meerdere keren buiten vergaderingen om samengekomen om specifieke onderwerpen te belichten, soms in bijzijn van leden van het bestuur of het bestuursbureau (hierna ook: BB). Daarnaast vonden in 2024 drie vergaderingen plaats met het bestuur en hebben leden van de raad deelgenomen aan strategiesessies van het bestuur.
De voorzitter van de raad had regelmatig contact met de voorzitter van het bestuur en met de voorzitter(s) van het VO. Ook heeft een gemeenschappelijke vergadering met de voorzitters van bestuur en verantwoordingsorgaan plaatsgevonden.
In 2024 is het bestuur op plezierige wijze ontvankelijk geweest voor vragen en opmerkingen vanuit de raad. Specifieke aanbevelingen uit vergaderingen van de raad worden schriftelijk aan het bestuur gedaan en ook schriftelijk door het bestuur beantwoord.
Op 27 mei 2024 heeft de raad gesproken met de accountant en de actuaris over de aandachtspunten bij de jaarstukken.
Zelfevaluatie
Eind 2024 heeft de raad een zelfevaluatie gedaan. Gezien de wisseling in de raad is de terugblik beperkt geweest en hebben wij ons gericht op toekomstige samenwerking. De portefeuilleverdeling werkt goed, waarbij we gezamenlijk naar de grote onderwerpen kijken. Ook is het onderlinge contact plezierig te noemen. Het informele contact met leden van de andere fondsorganen wordt voorgezet. In de eerste helft van 2025 zal de raad haar toezichtaanpak voor het WTP-programma afronden en delen met het bestuur.
Code Pensioenfondsen
Per 1 januari 2024 is de Code Pensioenfondsen gewijzigd. Een belangrijk onderdeel hierin is het zorgen voor een transparante en expliciete wijze van toelichten van gemaakte besluiten en hoe deze recht doen aan de deelnemers. Voor het fonds zal dit vooral in 2025 en 2026 van belang worden bij de besluiten rondom de transitie. Ons rapport is mede gebaseerd op de Code Pensioenfondsen en specifiek ‘Goed Pensioenfondsbestuur’. Drie onderwerpen worden benoemd die vanuit de code aandacht vergen:
1. Centraal stellen van de deelnemers (belanghebbenden)
Het fonds beoordeelt bij elk besluit expliciet welke impact dit heeft op de deelnemers. Dit wordt vastgelegd in zowel de voorlegger als de notulen.
2. Duurzaamheid
Het fonds heeft een duidelijk beleid op het gebied van duurzaam beleggen. Onder thema’s (Beleggen en MVB) wordt hier nader op ingegaan.
3. Diversiteit en inclusie
Alle fondsorganen hebben een gezonde verdeling tussen mannen en vrouwen. Het bestuur en het VO hebben leden die benoemd zijn voordat ze 40 werden/worden. De raad heeft eerder opgemerkt dat de fondsorganen dienen te zorgen voor een goede afspiegeling van het personeelsbestand van UWV naar achtergrond en locatie. Dit is nog niet helemaal gelukt.
Terugblik op aanbevelingen 2023
De aanbevelingen uit het toezichtrapport over 2023 zijn opgevolgd in 2024 of staan gepland voor 2025. De frequente kennissessies WTP door het bestuur voor het verantwoordingsorgaan zijn het vermelden waard, omdat hiermee een goede basis wordt gelegd voor zorgvuldige en gedragen besluitvorming door het fonds.
Een belangrijke zorg van een jaar geleden was de bezetting op het bestuursbureau. Het bureau is inmiddels weer voldoende op sterkte met deskundige medewerkers.
Toezicht 2024
Financiële ontwikkeling, premie en toeslagverlening
De dekkingsgraad 2024 is stabiel gebleven ten opzichte van 2023, als gevolg van rendement op de beleggingen en de licht gedaalde rente. Destijds gold per eind december 2023 een actuele dekkingsgraad van 116,6% en een beleidsdekkingsgraad van 121,2%. De dekkingsgraad 2024 is per ultimo december 2024 117,3% (actuele dekkingsgraad) en 119,5% (beleidsdekkingsgraad).
In december 2024 hebben de sociale partners een besluit genomen met betrekking tot de premie voor 2025. De nieuwe premie bedraagt 18,3% en heeft een negatief effect van 0,7% op de dekkingsgraad van het fonds. Deze nieuw vastgestelde premie is lager dan in het afgelopen jaar en lager dan het advies van het bestuur aan de sociale partners. Dit besluit wijkt ook af van de eerdere ambitie om tijdens de transitie naar het nieuwe pensioencontract een gelijkblijvende premie te hanteren. De raad meent dat het belangrijk is om consistentie in het beleid te handhaven en daarmee de voorspelbaarheid te bevorderen. De sociale partners hebben besloten hiervan af te wijken en hebben op basis daarvan hun besluit genomen; het pensioenfonds heeft dit besluit formeel vastgesteld.
In 2024 (per 1 januari 2025) zal het fonds gedeeltelijk indexeren, namelijk 3,6% voor actieve deelnemers, 1% voor gewezen deelnemers en 1% voor gepensioneerden conform het toeslagenbeleid. In 2024 is tijdens de gesprekken met de sociale partners aangegeven dat twee maatstaven minder wenselijk is. Een wijziging achten sociale partners momenteel niet opportuun.
Aanbeveling:
- Het is raadzaam te reflecteren op hoe de Sociale Partners en het bestuur gezamenlijk het belang van alle deelnemers van het fonds kunnen dienen en vooraf te bepalen waar er verschil van inzicht zal zijn. Dit speelt immers niet alleen bij het premiebesluit, maar zal ook van belang zijn bij aankomende keuzes omtrent WTP.
Beleggingen en MVB:
In het verslagjaar zijn er geen wijzigingen aangebracht aan het MVB-beleid. Dit is conform planning. Er wordt een nieuw MVB-beleid geformuleerd voor de periode 2025-2027. Daarbij zal een aantal KPI’s worden verduidelijkt en aangescherpt. Dit zal ook zichtbaar zijn in de rapportage in 2025. Dit proces is samen met de fiduciair manager vormgegeven. In 2024 is Columbia Threadneedle Investments (CTI) aangesteld als engagement manager voor MVB. Hiermee zal het engagement programma verder ingevuld en versterkt worden.
Ten aanzien van de beheersing van de beleggingsportefeuille is gekeken naar de omzetting van mandaten naar fondsen. Dit traject zal in 2025 een vervolg krijgen. Hierbij is het van belang dat alle aspecten van de keuze tussen fondsen en mandaten goed inzichtelijk worden gemaakt voor het bestuur om een weloverwogen besluit te maken. De elementen waaraan gedacht moet worden zijn onder andere transitiekosten, juridische implicaties en operationele effecten. Er wordt een vereenvoudiging nagestreefd waarbij de belasting op het bestuursbureau verminderd zal worden.
De ontwikkeling van de beleggingsportefeuille was goed met een positief rendement van 7,4%. De matchingportefeuille is licht achtergebleven bij de benchmark. Bij de matchingportefeuille werd dit veroorzaakt door de opgelopen rentes op staatsobligaties. In de rendementsportefeuille presteerden zakelijke waarden beter dan de benchmark. De onroerend goed portefeuille deed het relatief gezien wat minder.
De raad is verheugd te zien dat, ondanks de overallocatie naar de asset categorieën Private Equity en Infrastructuur, wel opnieuw commitments zijn afgegeven om zo in elk vintage jaar belegd te blijven. Hiermee wordt consistent beleid voortgezet.
In het beleggingsplan voor 2025 zullen vervolgstappen gezet worden richting de transitie, waarbij de transitiedatum nog voor onzekerheid qua invulling zorgt.
Aanbeveling:
- Het is verstandig om met de nieuwe engagement manager een fonds specifieke rapportage in te richten, dat ondersteunend kan zijn in de communicatie met deelnemers van het fonds ten aanzien van het MVB-beleid.
- De transitie naar meer fondsbeleggen betekent een forse verandering van de aanpak. Het fonds kan gebaat zijn bij het inzetten van externe expertise.
Governance Algemeen
De governance van het fonds functioneert naar behoren. Het bestuur is qua omvang en samenstelling op sterkte. Het bestuur heeft de lijn van vorig jaar voorgezet en besteedt ruim voldoende tijd en aandacht aan kennisontwikkeling over de WTP en de voorbereidingen op het invaarbesluit.
De samenwerking in het bestuur is door extra vergaderingen en bijeenkomsten geïntensiveerd. De discussies over o.m. evenwichtigheid bij invaren hebben bijgedragen aan de besluitvorming. Voor het draagvlak over de door het fonds ingenomen standpunten over (her)verdeling is de pariteit binnen het bestuur, de commissies en de taskforce WTP belangrijk gebleken. Er is een periodiek overleg tussen de voorzitters van het bestuur, het VO en de raad over de lopende fondszaken dat als nuttig wordt ervaren.
Met de invoering van de WTP is de werklast van het bestuur flink toegenomen. Dat trekt een wissel waardoor het bestuur ervoor moet zorgen dat er ook tijd is voor reflectie en voldoende rustmomenten. De ondersteuning door het BB was door openstaande vacatures en de aanhoudende werkdruk een aandachtspunt. Deze vacatures zijn in de loop van het jaar ingevuld. De sleutelfunctiehouder risicobeheer is een belangrijke bewaker van het proces van besluitvorming en van de voortgang in de voorbereiding op de nieuwe regeling door de uitbestedingspartners. Dat geldt ook voor de dit jaar aangetreden sleutelfunctiehouder Interne Audit die de controle op de processen bij de uitbestedingspartners van zijn tijdelijk aangestelde voorganger heeft voortgezet.
Aanbeveling:
- De toekomstige governance staat mede als aanbeveling van de raad nog op de agenda van het bestuur. De raad stelt voor na te denken over de gevolgen van de nieuwe regeling (eigen risicodragerschap van de deelnemers in een fonds met het karakter van een beleggingsinstelling). Dit betreft de noodzakelijke expertise om de juiste keuzes te kunnen maken en de communicatie daarover met de verschillende categorieën belanghebbenden.
Governance WTP
Er is veel aandacht geweest voor de evenwichtigheid van de verdeling van het fondsvermogen bij invaren. De discussie hierover is binnen het bestuur actief gevoerd. De effecten van de verschillende keuzes voor de belanghebbenden komen in bestuursvergaderingen uitvoerig aan bod, waarbij het bestuur tracht tot een evenwichtig resultaat te komen. Het bestuur heeft zich hierin laten bijstaan door verschillende externe adviseurs, wat heeft bijgedragen aan de kwaliteit van de besluitvorming en de evenwichtigheid in de belangenafwegingen die bij die verdeling zijn gemaakt. Het proces maakt een solide indruk.
De taakopvatting van de sociale partners bij de uitvoerbaarheid van het transitieplan lijkt op gespannen voet te staan met die van het fonds ten aanzien van het voldoen aan de wettelijke maatstaven en het door het fonds uitvoeren van de evenwichtigheidstoets. De uiteenlopende opvattingen hebben geleid tot een verschil van mening over de verdeling van het fondsvermogen en mede daardoor een transitieplan dat naar oordeel van het fondsbestuur op een aantal onderdelen aanpassing of aanvulling behoeft. De raad heeft de indruk dat het bestuur voldoende inspanningen verricht om de bestaande meningsverschillen met de sociale partners te overbruggen. De raad zal in de vervolggesprekken met de sociale partners waar nodig en gewenst als klankbord van het bestuur blijven fungeren.
Aanbeveling:
- 2025 wordt een bijzonder druk jaar voor het bestuur en bestuursbureau. Denk na over enkele rustmomenten waarin kan worden gereflecteerd op de (aankomende) besluitvorming. Reflectie op het perspectief van derden is hierbij ook gewenst.
Governance VO
De samenstelling van het VO is op orde. De indruk bestaat dat het VO goed op elkaar is ingespeeld en dat de onderlinge samenwerking constructief is. Het voorzitterschap van het VO is gewisseld, omdat de voorzitter deze rol tevens vervult bij de GVU. Deze dubbelrol werd in verband met mogelijk divergerende belangen als onwenselijk ervaren. Het VO werd in 2024 weer ondersteund door een externe secretaris. Dat is zinvol met het oog op de invoering van de WTP en de toenemende werkzaamheden die ook voor het VO daarvan het gevolg zijn. Het VO bereidt zich voor op de adviesaanvraag met betrekking tot het invaarbesluit. De door het fonds verzorgde kennissessies zijn nuttig en worden door de leden bijgewoond. Het spanningsveld van voldoende tijdsbesteding voor het eigen werk en dat voor het VO blijft voor een aantal leden een uitdaging.
De samenwerking met het bestuur is constructief waarbij het voor het VO soms lastig is pas achteraf te worden betrokken bij lopende dossiers, zoals bijvoorbeeld bij de premiediscussie tussen het bestuur en de sociale partners.
De raad heeft het afgelopen jaren met diverse leden van het VO gesprekken gevoerd over de samenwerking wat wederzijds als zinvol en plezierig is ervaren. Het voornemen bestaat deze gesprekken ook in 2025 voort te zetten.
Aanbeveling:
- Voortzetting externe ondersteuning VO en actief betrekken VO en raad in de voorbereiding van het invaarbesluit.
- Het opstellen van een planning voor de besluitvorming/advisering/goedkeuring van fondsdocumenten rondom het invaarbesluit is gewenst om de tijdsbesteding vooraf goed in te schatten door de fondsorganen.
Governance Bestuursbureau
Door de combinatie van “run en change” is ook dit jaar de werkdruk voor het BB onverminderd hoog geweest. De bestaande vacatures binnen het bureau zijn als gezegd gedurende dit jaar ingevuld. De medewerkers van het BB hebben de werkdruk goed opgevangen. De raad wenst hiervoor zijn waardering uit te spreken.
Operatie, uitbesteding, DORA en IT
In 2024 is het fonds versterkt in het nemen van de regierol. De operatie is goed verlopen, mede door versterking van het bestuursbureau en veelvuldig contact met de belangrijkste uitbestedingspartners. TKP reageert goed op verzoeken en aanwijzingen van het fonds, maar staat onder grote druk om naast reguliere pensioenadministratie ook de toekomstige situatie in te richten. De raad heeft kennisgenomen van rapportages van TKP ten aanzien van de operatie en de opbouw van de nieuwe systemen. Het fonds heeft tot het moment van transitie de belangrijke taak om de huidige operatie zorgvuldig te doen uitvoeren, ongeacht de druk vanuit WTP. Vraag is wel of TKP en het fonds voldoende in staat zijn om de transitie per 2027 te realiseren. Voor het fonds is definitieve besluitvorming omtrent invaren noodzakelijk, en TKP moet ruimte creëren voor Pensioenfonds UWV zodra de systemen gereed zijn.
Het uitbestedingsbeleid wordt verder aangescherpt onder invloed van nieuwe wetgeving. Vanaf 17 januari 2025 treedt DORA (Digital Operational Resilience Act) in werking. Het fonds heeft haar proces ten aanzien van de evaluatie van het IT-beleid al op een ordentelijke manier ingericht, maar DORA vereist nog een stap extra. Het fonds heeft al belangrijke stappen ondernomen om aan deze wetgeving te voldoen. Het fonds zal niet volledig compliant zijn per 17 januari 2025 en zal in de loop van 2025 nog verdere stappen moeten maken om aan de wetgeving te voldoen.
Op IT-gebied is het fonds de afgelopen jaren versterkt door inzet van externe deskundigheid en bestuursleden met kennis van en affiniteit met informatietechnologie. Het bestuursbureau heeft een coördinerende taak (enerzijds strategisch beleid voorbereiden en anderzijds incidenten oplossen), maar naar inzicht van de raad zou ook deze gebaat zijn bij meer kennis van IT, zeker gezien de benodigde details bij de inrichting van de WTP-systemen. Het bestuur heeft een kennissessie ingepland om de koppeling tussen pensioenadministratie en vermogensbeheer voor WTP nader te analyseren.
Aanbevelingen:
- Houd voldoende aandacht voor de operatie, naast WTP.
- Stel een plan van aanpak op waarin duidelijk zichtbaar wordt wanneer het fonds voldoet aan de DORA-regelgeving.
- Beoordeel in hoeverre de IT-kennis van het bureau als geheel voldoet, mede om de juiste keuzes te maken voor de nieuwe omgeving.
Risicomanagement
Het risicomanagement door het fonds is op orde, met reguliere rapportages vanuit de 1e, 2e en 3e lijn. De eerstelijnsrapportage wordt opgesteld aan de hand van beoordeling van de risicorapportages van uitbestedingspartners. Sleutelfunctiehouder Risicomanagement geeft een zelfstandig oordeel dat in hoofdlijnen overeenkomt met dat van de eerste lijn, hoewel licht kritischer. Het bestuur bespreekt de rapportages in de vergadering.
Het risico-oordeel is gedurende 2024 enigszins positiever geworden, al wordt de druk vanuit het WTP-programma overal gevoeld. De besluitvorming over het transitieplan leidt tot het oordeel ‘zorgwekkend’. De raad kan zich in de volledige rapportage vinden.
Het eerstelijns risicomanagementsysteem wordt in 2025 nog verder uitgerold. Dit is van belang om de stand van zaken te monitoren en zal ondersteuning bieden bij het vastleggen van besluitvorming rondom WTP.
De sleutelfunctiehouder Interne Audit heeft zich in het eerste jaar vooral bezig gehouden met multi-client audits en het project datakwaliteit bij TKP.
Aanbeveling:
- In de voorgaande paragrafen wordt aangegeven dat overeenstemming bereiken met sociale partners en gereedheid bij TKP-aandachtspunten vormen in het realiseren van de doelstellingen. De raad adviseert om bij de eigen voorbereiding expliciet het perspectief van andere partijen te betrekken en een actieve dialoog te continueren, zodat verdere verrassingen worden voorkomen.
Thema’s 2025 en vooruitblik
In 2025 zal een nieuw lid van de raad toetreden, ter vervanging van vertrekkend lid Mik Breek. Ook worden de drie (plaatsvervangend) bestuursleden vanuit gepensioneerden vervangen door drie nieuwe leden met een passend profiel.
In het toezicht zal de bewaking van de voortgang van de implementatie van de WTP prioriteit krijgen. Hierbij gaat het ook om het volgen en beoordelen van het totale proces van invaarbesluit tot en met melding bij DNB. Evenwichtige belangenafweging, governance van de besluitvorming en uitvoeringsvaardigheid bij de uitbestedingspartners vormen daarbij belangrijke aandachtspunten. De raad zal hiertoe haar toezichtkader WTP delen met het bestuur.
Voor 2025 zal de raad zich daarnaast onder meer richten op de volgende onderwerpen:
- Verwachte financiële positie ten tijde van invaren en besluiten die daaraan voorafgaan.
- Inrichting nieuwe pensioenadministratie en aanpak verdeling vermogen naar deelnemers en reserve.
- Stabiliteit governance 2025 en aanpak governance na transitie.
- Uitwerking fondsbeleggingen en ESG.
- Risicomanagement.
Amsterdam, 26 juni 2025
De raad van toezicht Stichting Pensioenfonds UWV,
mw. O.M.C. Perik MBA, voorzitter
mw. K. Haasbroek, lid
dhr. L.C.A Scheepens, lid